Vandaag het laatste deel van de Koikweek bij Jeroen van Keulen.
Na het eerste deel en tweede deel nu dan het derde en laatste deel. Vandaag worden de TateKoi geselecteerd bij Jeroen. Het zijn er jammer genoeg dit jaar beduidend minder in aantal geworden. Normaal is de totale oogst zo rond de 6000 a 7000 Tosai Koi. Nu zijn dat er minder.

Er was op het moment dat ik terug kwam bij mij thuis, een vraag binnen gekomen om aan Jeroen te stellen. Dit kon ik natuurlijk niet meer in de video doen, want ik was alweer thuis.
Dus de vraag doorgestuurd naar Jeroen van Keulen en hieronder het antwoord op de vraag van Leon Kosten.

Vraag van Leon Kosten aan Jeroen

Goedenavond Engel, 
Ik heb nog een kijkersvraag voor straks bij je bezoek aan van Jeroen van Keulen. Erg leuk om dit te volgen trouwens. 
Is er genoeg markt in Nederland voor de eigen kweek koi aangezien bij de meeste koi hobbyisten alles uit Japan moet komen. Naar mijn idee is eurokoi toch altijd een beetje ondergewaardeerd. 
Is het een zichtbaar verschil tussen Japanse koi en eigenkweek in huidkwaliteit en bouw. En is de kwaliteit te evenaren? 
Succes met de interviews. 
Mvg, Leon Kosten

Het antwoord van Jeroen is als volgt.

Beste Leon,
Er is genoeg markt voor onze eigenkweek Koi. Onze productie ligt in een goed jaar rond de 7000 stuks, dit is een klein aantal als je gaat kijken wat er jaarlijks geimporteerd wordt. Er is een groep hobbyisten die alleen Japan Koi willen. Maar we zien steeds meer dat klanten geen probleem meer hebben met onze eigenkweek Koi.
Dit heeft natuurlijk allemaal te maken met prijs kwaliteitsverhouding. Voor de lagere kwaliteit is een groot deel van de verkoopprijs vrachtkosten. Soms zijn de vrachtkosten meer als dat de vissen kosten. In dit deel van de markt kunnen we natuurlijk zeer concurrent zijn omdat we die vrachtkosten niet hebben.

Voor de hogere kwaliteit is het jarenlang best lastig geweest omdat gevorderde hobbyisten alleen Japan koi wilden omdat deze beter zouden zijn.
De laatste jaren verandert dit en ik denk dat daar een aantal redenen voor zijn.
1. We hebben in de afgelopen jaren aangetoond op de verschillende koishows dat onze eigenkweek vissen het op kunnen nemen tegen de Japanse importen.
2.  Door de wereldwijde vraag naar Japanse koi zijn de prijzen de afgelopen 15 jaar behoorlijk gestegen voor vooral de hogere kwaliteit koi in Japan. Daardoor worden hogere kwaliteit EuroKoi aantrekkelijk omdat je een betere kwaliteit krijgt voor je geld.

Huidkwaliteit

Of je verschil kunt zien in bouw en huidkwaliteit tussen Japanse importen en onze eigenkweek durf ik te zeggen dat er eigenlijk geen verschil is.
Dat hebben we de afgelopen jaren denk ik wel bewezen op de koishows in Europa. Met meerdere best in variety en in 2018 adult champion op de Holland Koi Show met een eigenkweek Kohaku.
Of we de kwaliteit evenaren? 99% van alle Koi die in Europa geimporteerd wordt kunnen we de kwaliteit evenaren. Maar de absolute top kwaliteit waarvan we zelden vissen naar Europa zien komen daar is waar de grootste farms in Japan het verschil maken.

Dit heeft simpelweg te maken met het enorme aantal ouderdieren en faciliteiten dat zij tot hun beschikking hebben. Ik wil mezelf dan ook niet vergelijken met de grote farms in Japan. Ik denk zeker dat we onszelf kunnen vergelijken met kleinere farms en dat we daar niet voor onderdoen.
Kwaliteits Koi kweken is een kwestie van goede ouderdieren gebruiken. De juiste manier van selecteren leren, en daarna wordt het een percentage kwestie. Ik zal een voorbeeldje geven hoe dit werkt in een goede kweek.

Rekensommetje

100.000 jonge koi worden geboren.
Eerste selectie 10% blijft, 10.000 stuks
Tweede selectie 30% blijft 3.000 stuks
Derde selectie 70% blijft 2.100 stuks
Vissen worden binnengehaald en tategoi geslecteerd, 10% wordt als tategoi geselecteerd 210 stuks.

In het voorjaar wordt een definitieve selectie gemaakt van de tosai die door mogen groeien tot nisai ongeveer 20% 42 stuks.
Pas in het najaar worden de nisai afgevist en tategoi geselecteerd, ongeveer 10% wordt als tategoi geselcteerd 4,2 stuks
In het voorjaar worden de tategoi opnieuw bekeken en 95% gaat terug de mudpond in 3,99 stuks.
In het najaar worden de sansai afgevist ongeveer 10% blijft als tategoi 0.399 stuks.

Kwaliteit kost tijd

In het volgende najaar worden de yonsai afgevist 10% heeft niet gebracht wat er werd verwacht 0.0399 stuks, 30% heeft het redelijk gedaan 0.1197 stuks, 60% heeft het naar verwachting of beter gedaan 0.2394. Van deze 60% is 30% showwaardig 0.14364 stuks, hiervan is 1% die op het allerhoogste niveau zou kunnen meedoen op de grootste shows in de wereld 0.0014364 stuks.

Dit komt neer op 0.0000014%, je moet dus er moeten ongeveer 70.000.000 jonge visjes geboren worden om 1 uitzonderlijk koi te kweken. Je kunt je dus voorstellen dat de meeste kwekers ter wereld wel die droom hebben maar dat het voor de meeste nooit realiteit wordt. Voor ons zou dit betekenen dat we 1 keer in de 70 jaar zo’n vis zouden kweken.

Aangezien alleen de Gosanke en dan voornamelijk Kohaku zover zijn door ontwikkeld dat je een all Japan show zou kunnen winnen (voor ons zo wie zo niet mogelijk aangezien we niet jaar japan mogen exporteren) zou dit voor ons betekenen dat we 1x in de 350 jaar dit zouden kunnen bereiken.

Video

Ja echt, er is ook een video gemaakt. Met een interview in de Japanse tuin voor de zaak van Jeroen van Keulen. Op mijn video kanaal kun je ook deel één en twee vinden. Nu ik het er toch over heb, je kunt je ook abonneren op mijn kanaal en wanneer je het belletje ook nog eens aanklikt ben jij als een van de eerste op de hoogte van de nieuwste video.

Jeroen geeft hier uitleg over de selectie, en ook of de kweek hem is meegevallen. Je kunt ook zien hoe de Koi naar binnen worden gehaald. Op het eind van de video nog een korte uitleg waarom hij kiest voor een bepaalde Koi in dit geval een Kohaku.

Wederom mijn dank aan Jeroen van Keulen en zijn geduld om mij zo vaak om zich heen te hebben, kijkend op zijn vaardige Koiselecterende vingers. Echt dat wil ook niet iedereen 😉